Dit voorstel heeft betrekking op alle belastingplichtigen die in een of meer lidstaten aan de vennootschapsbelasting zijn onderworpen, met uitzondering van financiële ondernemingen, zoals omschreven in artikel 3, lid 1.
Het bevat twee afzonderlijke maatregelen die los van elkaar toepassing vinden: 1) een tegemoetkoming voor eigen vermogen en 2) een beperking van de renteaftrek. Financiële ondernemingen vallen buiten het toepassingsgebied van de maatregelen. Sommige financiële ondernemingen zijn onderworpen aan wettelijke eigenvermogensvereisten die voorkomen dat zij te weinig eigen vermogen hebben. Bovendien zullen vele van hen waarschijnlijk geen gevolgen ondervinden van de compenserende beperking van de aftrek van de rente op het financieringskostensurplus. Als financiële ondernemingen onder het toepassingsgebied zouden vallen, zou de economische last van de maatregelen dus ongelijk verdeeld zijn ten koste van niet-financiële ondernemingen.